Plan: | Nieuw-Mathenesse |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0606.BP0024-0002 |
De provincie Zuid-Holland heeft op 2 juli 2010 voor de gehele provincie de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' vastgesteld. Deze structuurvisie is laatst gewijzigd op 30 januari 2013. De structuurvisie bevat het ruimtelijk beleid van de provincie tot 2020, met een doorkijk naar 2040. Het accent ligt op sturing vooraf en sturing in kwaliteit.
Het buitendijks gelegen deel van het plangebied is onderdeel van de Mainport Rotterdam. De Mainport Rotterdam is een complex van industrie, handel, transport en logistiek, gevestigd op het haven- en industriegebied langs de Nieuwe Waterweg, Oude Maas, Merwede en Dordtsche Kil. De provincie heeft de ambitie om de vestigingsfactoren van bedrijven en organisaties die bijdragen aan de mainportfunctie verder te ontwikkelen. De Mainport omvat het aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfunctie water- en havengebonden bedrijvigheid, veelal in hogere milieucategorieën, met productie, opslag, transport en distributie, nutsvoorzieningen, evenals de hieraan verbonden kantoorfuncties in het haven- en industriegebied. Hierbinnen moet alle aan de mainport gerelateerde bedrijvigheid een locatie kunnen vinden. Ruimte daarvoor kan gevonden worden door verouderde complexen te herstructureren en verwante activiteiten te clusteren.
Afbeelding 5 - Functiekaart, Provinciale Structuurvisie
Het buitendijks gelegen gebied is tegelijkertijd aangewezen als transformatiegebied. Voor dit deel is transformatie mogelijk. Dit houdt verband met de uitbreiding van de mainport met de Tweede Maasvlakte. Hierdoor ontstaat ruimte voor een herverkaveling van het haven- en industriecomplex. Deze verschuiving van functies is voorzien aan de zuidzijde en op het Rotterdamse deel van Nieuw-Mathenesse. Het gebied kan daardoor worden getransformeerd naar een gemengd stedelijk woonwerkmilieu (Stadshavens). Bij de transformatie is het voor de provincie van belang dat dit bijdraagt aan de bundeling van verstedelijking, infrastructuur, voorzieningen en economische activiteiten gericht op concentratie, waarbij rekening wordt gehouden met kwalitatieve vraagontwikkelingen op de regionale woningmarkt en het versterken van de mainportfunctie.
Het binnendijks gelegen deel van het plangebied is aangemerkt als bedrijventerrein. Behoud van (binnenstedelijke) bedrijvigheid staat voorop, al dan niet gelegen op bedrijventerreinen. De afstemming tussen vraag en aanbod vindt daarbij plaats door het intensiveren, innoveren en herstructureren van bestaande en geplande bedrijventerreinen. Streefwaarde bij herstructurering is een ruimtewinst van 10 procent. De primaire waterkering, welke het plangebied via de Maasdijk, Nieuw-Mathenesserstraat en Van Deventerstraat doorkruist, is in het kader van waterveiligheid eveneens benoemd in de structuurvisie.
De provinciale structuurvisie heeft de provinciale belangen met bijbehorende ambities uitgewerkt in een uitvoeringsstrategie. Deze heeft, voor zover relevant voor het voorliggende bestemmingsplan, betrekking op:
Samen met de structuurvisie is de verordening 'Ruimte, ontwikkelen met schaarse ruimte' vastgesteld en en laatst gewijzigd op 30 januari 2013. In deze verordening vindt een juridische vertaling plaats van het beleid uit de structuurvisie. De verordening stelt daarbij regels met betrekking tot belangrijke ruimtelijke elementen die een doorwerking hebben in het bestemmingsplan. Voor het plangebied betreft dit de aspecten bedrijventerreinen, kantoren, detailhandel, buitendijks bouwen en externe veiligheid.
Het gehele plangebied is aangewezen als bedrijventerrein, waarbij het buitendijks gelegen deel van het plangebied tevens als transformatiegebied is aangewezen. Op grond van artikel 8, derde lid van de verordening moeten bestemmingsplannen voor gronden gelegen op bedrijventerreinen bedrijven uit de hoogste mogelijke milieucategorie passend bij de omgeving van het bedrijventerrein mogelijk maken. Bij het bepalen van de hoogst toegelaten milieucategorieën is in het bestemmingsplan rekening gehouden met drie factoren: de richtafstanden op grond van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering', de milieucategorie van bestaande bedrijven en de aard en uitstraling van het bedrijventerrein. Op grond van deze uitgangspunten is aan de gronden een zo hoog mogelijke milieucategorie gegeven. Bedrijven in een hogere milieucategorie dan op grond van de richtafstanden met betrekking tot milieuzonering is toegelaten, zijn positief bestemd.
Bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen mogen op grond van artikel 8, eerste lid van de verordening geen nieuwe (bedrijfs)woningen mogelijk maken. Het bestemmingsplan laat geen nieuwe (bedrijfs)woningen toe op het bedrijventerrein. Bestaande bedrijfswoningen worden positief bestemd en op de verbeelding aangeduid als 'bedrijfswoning'. Daarbij geldt een beperkende regeling op grond waarvan de woningen als bedrijfswoning kunnen blijven functioneren, maar welke het verbiedt de woning af te splitsen van het bedrijf waartoe deze behoort.
De regeling voor kantoren in artikel 7 van de verordening betreft op hoofdlijnen een voortzetting van het bestaande kantorenbeleid van de provincie Zuid-Holland. Uitgangspunt van het beleid is dat kantoren gevestigd worden in de nabijheid van haltes voor het openbaar vervoer. Als invloedsgebied wordt beschouwd het gebied dat binnen 10 minuten te voet bereikbaar is vanaf de halte. Bestaande kleinschalige kantoren op het bedrijventerreinen zijn aangeduid als 'kantoor'. Het bestemmingsplan biedt geen ruimte voor uitbreiding van of nieuwvestiging van kantoren.
Nieuwe detailhandel moet op grond van artikel 9 van de verordening gevestigd worden in de bestaande winkelgebieden in de centra van steden, dorpen en wijken of nieuwe wijkgebonden winkelcentra. Nieuwe regionale winkelcentra kunnen ontwikkeld worden op de locaties die zijn aangegeven op de bijbehorende kaart. Op bedrijventerreinen moet detailhandel zoveel mogelijk worden geweerd. Uitzonderingen zijn mogelijk voor in de verordening genoemde detailhandel in volumineuze en brand- of explosiegevaarlijke goederen, tuincentra en bouwmarkten. Tevens zijn uitzonderingen opgenomen voor kleinschalige detailhandel tot 200 m² (zoals buurtwinkels en gemakswinkels), de aflevering van door consumenten bestelde producten op een bedrijfslocatie waar deze producten worden geassembleerd en/of geproduceerd, en de eenmalige uitbreiding van bestaande detailhandel. Voor de uitzonderingen geldt dat voor ontwikkelingen groter dan 1000 m² een distributieplanologisch onderzoek en een advies van het Regionaal Economisch Overleg vereist is.
In het bestemmingsplan wordt detailhandel beperkt tot de bestaande detailhandelsvestigingen. Deze worden op de verbeelding middel van de aanduiding 'detailhandel volumineus' aangeduid. Hiermee wordt voorkomen dat elders in het plangebied nieuwe detailhandel wordt gerealiseerd. Het uitvoeren van detailhandelsactiviteiten ondergeschikt aan de op het terrein toegelaten bedrijfsactiviteiten is onder voorwaarden toegelaten.
De hoogwaterrisico's in de buitendijkse gebieden nemen ten gevolge van de klimaatverandering toe. Om in ruimtelijke processen een goede afweging te kunnen maken van de gevolgen van een overstroming dient, indien nieuwe bebouwing mogelijk wordt gemaakt, in de toelichting een inschatting te worden gegeven van het slachtofferrisico en hoe daarmee wordt omgegaan. Het bestemmingsplan maakt aanvullende bedrijfsbebouwing mogelijk op het Gustoterrein. In paragraaf 4.8.3 wordt een verantwoording gegeven inzake de risico's welke gepaard gaan met deze buitendijkse ontwikkeling.
Uit het oogpunt van externe veiligheid dient op grond van artikel 13 van de verordening een zone van 40 meter vanaf de kade van de Nieuwe Maas te worden vrijgehouden van nieuwe bebouwing en is nieuwe bebouwing in het gebied tussen de 40 en 65 meter slechts mogelijk als sprake is van een groot maatschappelijk of bedrijfseconomisch belang. Een advies van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond is daarbij vereist. De veiligheidszone is op de verbeelding aangegeven met de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - vervoer'.
Ruimte voor economische activiteiten is in de provincie Zuid-Holland een schaars goed. Daarom vindt de provincie het belangrijk dat op een duurzame en efficiënte manier gebruik wordt gemaakt van beschikbare bedrijventerreinen. Er wordt daarom ingezet op het herstructureren van bestaande en verouderde gebieden. Op dit moment is een deel van de werklocaties dermate verouderd dat zij niet meer voldoen aan de wensen en eisen van deze tijd. De provinciale herstructureringsopgave bedraagt momenteel ongeveer 3.500 hectare. Daarnaast blijft er vraag naar nieuwe vestigingsplaatsen. Dit komt door groei van bedrijven, het compenseren van naar woningbouw getransformeerde bedrijventerreinen en omdat er schuifruimte nodig is om de herstructurering op gang te brengen. In de periode 2010 tot 2020 is in de ruimtelijke planningsopgave 1.120 hectare voor nieuwe bedrijventerreinen opgenomen.
Om de herstructurering een stimulans te geven, is het Herstructureringsprogramma bedrijventerreinen Zuid-Holland 2009-2013 (maart 2010) vastgesteld. Dit is een uitwerking van afspraken uit het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020 (Rijk-IPO-VNG). In dit programma staan de ambities van de provincie en de regionaal samenwerkende gemeenten en zijn prioritaire herstructureringprojecten opgenomen. De provincie is regisseur van het bedrijventerreinenbeleid en de gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van herstructureringsprojecten. Voor Nieuw-Mathenesse wordt ingezet op herprofilering. Herprofilering is een zware vorm van revitalisering die leidt tot een (gedeeltelijke) nieuwe werkfunctie op het bedrijventerrein die veelal vraagt om (gedeeltelijke) sloop van panden en een aanpassing van de infrastructuur. Het bestemmingsplan maakt herstructurering van het gebied mogelijk.
Aanvullend op de nationale afspraken heeft de provincie, in het Convenant duurzame bedrijventerreinen Zuid-Holland, verdergaande afspraken gemaakt met regionaal samenwerkende gemeenten, het bedrijfsleven en de milieufederatie. Het landelijk convenant richt zich vooral op de kwantitatieve aspecten van de herstructurering (hectares), de Zuid-Hollandse afspraken stimuleren meer de duurzaamheidaspecten. Afgesproken is gezamenlijk te werken aan de herstructureringsopgave en verduurzaming van bedrijventerreinen in Zuid-Holland.
Het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (RR2020) is in oktober 2005 vastgesteld als streekplan door de provincie Zuid-Holland en als regionaal structuurplan voor de Stadsregio Rotterdam. De streekplanfunctie is vanwege de provinciale structuurvisie inmiddels vervallen, maar RR2020 geldt nog steeds als regionaal structuurplan. Het plan bestrijkt het grondgebied van alle bij de Stadsregio Rotterdam aangesloten gemeenten en is bedoeld voor een periode van vijftien jaar (2005-2020). De kern van de RR2020 zit in de balans tussen verstedelijking en de kwaliteit van de leefomgeving.
Nieuw-Mathenesse vormt onderdeel van de rivierzone en is aangeduid als potentieel herstructurerings- en transformatiegebied. Dit betreft locaties die dankzij de ligging aan het water kansen bieden voor bijzondere gemengde woon-werkmilieus. Het gaat er daarbij om te komen tot modernisering van het haven- en industriegebied met de daarop aansluitende transformatie. Het is de bedoeling om de stad en de haven meer bij elkaar te brengen tot een goed functionerend havengebied in harmonie met meer stedelijk georiënteerde functies.
De revitalisering van het rivierfront is ondergebracht in het ROM Rijnmondproject 'Herstructurering rivierfront Rechtermaasoever'. Dit project is een gezamenlijk initiatief van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen, Schiedam en Rotterdam, de Stadsregio, provincie Zuid-Holland, Kamer van Koophandel en Ministeries van EZ, V&W en VROM. Als eerste fase is de Contourennota Herstructurering Rechtermaasoever Rijnmond (januari 2000) verschenen. Het rapport gaat in op het dilemma van economische revitalisering en de noodzaak van verbetering van de leefbaarheid in het gebied. De verbetering van de leefbaarheid staat onder druk omdat de verwachting is dat de milieuhinder vanwege geluid in de toekomst onvoldoende zal afnemen ondanks geluidsbeperkende maatregelen. Herontwikkeling van de Rechtermaasoever is zowel vanuit economisch perspectief als vanuit leefbaarheidsoverwegingen dringend gewenst.
Voor de Rechtermaasoever is een milieuaandachtszone ontwikkeld. Achterliggende gedachte is dat de matige milieukwaliteit op de Rechtermaasoever gecompenseerd kan worden door een hoge ruimtelijke kwaliteit. Bij het bepalen van de begrenzing van deze zone is naar alle relevante milieuaspecten gekeken (Bestuurlijk afsprakenkader Herstructurering Rechtermaasoever, december 2004). Voor het inrichten van locaties in de milieuaandachtszone is altijd maatwerk nodig, waarbij met alle relevante milieuaspecten rekening wordt gehouden. Daarbij geldt dat de beschikbare milieuruimte voor bedrijven zoveel als mogelijk niet wordt aangetast ten gevolge van de voorgenomen ontwikkelingen op de Rechtermaasoever. Zo geldt dat de aanpassing van de vigerende vergunningen alleen zal geschieden op basis van voortschrijdend inzicht op het terrein van ALARA (actualisering vergunningen). Dat betekent dat de bestaande rechten van de bedrijven worden gerespecteerd.