direct naar inhoud van 4.7 Luchtkwaliteit
Plan: Nieuw-Mathenesse
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0024-0002

4.7 Luchtkwaliteit

4.7.1 Toetsingskader

Luchtkwaliteitseisen worden benoemd in de Wet luchtkwaliteit (hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer). De wet bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijnstof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde4) en fijnstof (jaar- en daggemiddelde) van belang. Op 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in werking getreden. Het NSL is goedgekeurd door de Europese Commissie waardoor Nederland uitstel heeft gekregen van de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijnstof. Andere in de wet genoemde stoffen hebben een beperkte invloed op de luchtkwaliteit bij wegen en worden daarom bij deze toetsing buiten beschouwing gelaten. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Op grond van artikel 5.16 van de Wet luchtkwaliteit kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit, zoals de vaststelling van een bestemmingsplan, uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden;
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft;
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert;
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht;
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het NSL of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden.

In het Besluit niet in betekenende mate is bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Indien een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 (= 1,2 µg / m³) of een project valt in een categorie welke is vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. De reden hiervoor is dat in het NSL voldoende maatregelen zijn genomen om de bijdrage van deze projecten aan verslechtering van de luchtkwaliteit te compenseren.

4.7.2 Onderzoek

In het MER is onderzocht welke invloed de verwachte toename van verkeer en de emissies van bedrijvigheid (Power/Ferrolocatie, overslag van droog massagoed in de Rotterdamse Merwe-Vierhaven en glasfabriek, distilleercluster en graanalcoholfabriek in Nieuw-Mathenesse) heeft op de luchtkwaliteit. Aanvullend is ook onderzocht of de ontwikkelingen gevolgen hebben voor de geuremissie. Uit het onderzoek blijkt dat:

  • de ontwikkelingen als gevolg van de verkeerstoename in het algemeen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen. De enige uitzondering hierop vormt de Nieuw-Mathenesserstraat (tussen de Rotterdamsedijk en de Van Cleeffstraat), waar de planbijdrage 1,3 µg/m3 bedraagt. Dit heeft geen betekenis omdat ter plaatse ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden;
  • als gevolg van bedrijvigheid geldt dat er in het plangebied Nieuw-Mathenesse en als gevolg van de invloed van de bedrijven in Nieuw-Mathenesse op de omgeving geen sprake is van een planbijdrage in de toekomstige situatie. Daarbij zal de glasfarbiek worden uitgerust met een stoffilter, waardoor de uitstoot van PM10 substantieel (ongeveer 90%) zal worden verminderd;
  • de vestiging van een graanalcoholfabriek leidt tot een te verwaarlozen toevoeging aan stikstofdioxide en fijnstof. Aanvullende maatregelen (goede afzuiging, best beschikbare technieken) zijn vereist om stofemmissies bij het lossen van graan tegen te gaan.

De wet- en regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg. Het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.