Plan: | Paraplu-bestemmingsplan begrippen en wijze van meten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0606.BP00100-0002 |
Vaststelling van dit bestemmingsplan maakt onderdeel uit van de implementatie van de Omgevingswet, die naar verwachting op 1 januari 2022 in werking treedt. Onder de Omgevingswet wordt de gemeentelijke regelgeving over de fysieke leefomgeving, samengevoegd in één omgevingsplan.
Op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt, krijgt de gemeente van rechtswege een "Tijdelijk Omgevingsplan" (hierna: TOP). Het TOP bestaat uit de per 1 januari 2022 geldende bestemmingsplannen, enkele verordeningen en de "bruidsschat" (regelgeving afkomstig van het Rijk). De gemeenten hebben vervolgens tot 2029 de tijd om van de TOP een "Permanent Omgevingsplan" (hierna:POP) te maken.
De implementatie van de Omgevingswet vindt in fases plaats, vanwege de grote omvang van de stelselherziening. Deze fases lijken op de stappen bij een verhuizing. We werken in de eerste plaats toe naar een beleidsneutrale overgang van de bestaande regels naar de structuur van het omgevingsplan; de verhuizing (Fase B). Ter voorbereiding hierop zijn de te verhuizen regels geïnventariseerd en waar mogelijk geharmoniseerd; de voorbereiding (Fase A). Nadat de huidige regels zijn vertaald in het omgevingsplan, kan vervolgens een doorvertaling van de sturingsfilosofie van de Omgevingswet plaatsvinden; "de verbouwing" (Fase C).
Het proces van implementatie via TOP naar POP verloopt in 3 fases:
1) Fase A: de voorbereiding (tot 1-1-2021)
2) Fase B: de verhuizing (tot 1-7-2022)
3) Fase C: de verbouwing ( tot 1-1-2029)
Het Paraplu-bestemmingsplan begrippen en wijze van meten, maakt deel uit van Fase B: de verhuizing. Ter voorbereiding op het TOP werken we zoveel mogelijk toe naar één (omgevings)plan. Een onderdeel betreft het inventariseren en vervolgens uniformeren en harmoniseren van de bestaande bestemmingsplanregels.
In dit plan zijn alle artikelen 1 (begrippen) en 2 (wijze van meten) uit de vigerende bestemmingsplannen, samengevoegd. Daarmee zijn de eerste 2 artikelen van het nieuwe omgevingsplan alvast klaar voor Fase B: de verhuizing. Deze twee artikelen vormen de basis voor de harmonisering van de bestemmingsplanregels.
Het plangebied betreft het volledige grondgebied van de gemeente Schiedam. Het plan heeft dan ook betrekking op alle bestemmingsplannen van de gemeente Schiedam. In het als bijlage 1 bijgevoegde overzicht van vigerende bestemmingsplannen is aangegeven op welke bestemmingsplannen dit facetbestemmingsplan betrekking heeft. Bijlage 2 betreft een kaartweergave van de plangebieden van de vigerende bestemmingsplannen.
Het bestemmingsplan bestaat uit drie delen:
De inhoud van de toelichting is als volgt opgebouwd:
Dit hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van het relevante ruimtelijk beleid voor het bestemmingsplan.
Op 1 januari 2022 treedt naar verwachting de Omgevingswet in werking. De Omgevingswet bundelt wetgeving en regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Daarmee vormt de wet de basis voor de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving.
Met de Omgevingswet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving streeft de wetgever vier verbeterdoelen na:
De wet heeft als uitgangspunt dat decentrale overheden hun regels over de fysieke leefomgeving bijeenbrengen in één gebiedsdekkende regeling. Dat bevordert de inzichtelijkheid, samenhang en naleving van de regelgeving. Voor de gemeenten is dat het omgevingsplan.
Het omgevingsplan vervangt onder meer de afzonderlijke bestemmingsplannen per gebied. Een eerste stap naar de integratie van de bestemmingsplannen, is het harmoniseren van de begrippen en wijze van meten, zodat dezelfde bepalingen gelden voor gehele grondgebied van de gemeente Schiedam.
Het al dan niet voldoen aan verschillende planologische en milieutechnische randvoorwaarden en uitgangspunten is bepalend voor de vraag of een nieuw bestemmingsplan ook daadwerkelijk uitvoerbaar is.
Met dit plan worden geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht, zodat een beoordeling van de planologische en milieutechnische effecten uit kan blijven.
Op de bijbehorende verbeelding (plankaart) is te zien waar de bepalingen met betrekking tot de begrippen en wijze van meten van toepassing zijn; het betreft het gehele grondgebied van de gemeente Schiedam. Eveneens is op de verbeelding de exacte omvang en ligging van het plangebied vastgelegd.
Om tot één set begrippen en wijze van meten te komen voor het gehele plangebied van de gemeente, zijn verschillende stappen doorlopen. In de eerste plaats zijn alle bepalingen in de artikelen begrippen en wijze van meten verzameld. De letterlijke dubbelingen zijn verwijderd. Synonieme begrippen (bijvoorbeeld waar voor een inhoudelijk gelijke begripsomschrijving een ander begrip /term wordt gebruikt) zijn gehandhaafd omdat de bestemmingsplannen vooralsnog op zichzelf leesbaar moeten blijven en daarom de daarin voorkomende begrippen dienen te blijven bestaan Andersom, zijn vervolgens, begripsomschrijvingen waar mogelijk wel zoveel mogelijk geharmoniseerd. Alleen waar de begripsomschrijving een specifiek doel beoogt zijn uitzonderingen gemaakt. Dat betreffen de volgende 4 begrippen die in meerdere varianten voorkomen.
'bed and breakfast' / 'bed and breakfast (Binnenstad)'
In de Binnenstad zijn in een bed and breakfast meer bedden toegestaan dan elders in de stad.
'cultuur en ontspanning' /'cultuur en ontspanning (Schieveste fase 5)'
In Schieveste Fase 5 valt het Euroscoop complex onder "cultuur en ontspanning".
'kap'/'kap 2'
In een deel van de bestemmingsplannen is de hellingshoek van de kap gedefinieerd, waar dit in andere bestemmingsplannen niet het geval is. In de plannen waar de hellingshoek is gedefinieerd, wordt dit met het oog op de stedenbouwkundige eenheid gehandhaafd.
'maatschappelijke voorzieningen' / maatschappelijke voorzieningen Park A4 resp. Havens
Gevoelige bestemmingen zijn uitgezonderd van 'maatschappelijke voorzieningen' waar dit conflicteert met milieuzonering.
Toepassingsgebied
Via het artikel 'Toepassingsgebied' is de toepasselijkheid van de artikelen 1 en 2 geregeld, zodat duidelijk is waar in Schiedam welke bepalingen gelden. De bepalingen in artikel 2, de wijze van meten, zijn overal in Schiedam hetzelfde. Artikel 1 bevat een aantal synonieme begrippen, die een afwijkende begripsomschrijving kennen, specifiek binnen een of meer (plan)gebieden in Schiedam. Voor die begrippen is aangegeven in welke plangebieden ze van toepassing zijn.
Opbouw regels
De regels zijn als volgt gestructureerd:
Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, lid 1, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Voorliggend bestemmingsplan voorziet uitsluitend in wijziging van de begrippen en wijze van meten in alle in Schiedam geldende bestemmingsplannen. Dit heeft geen gevolgen voor de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet niet in één van de in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening genoemde bouwactiviteiten. Er is derhalve geen aanleiding om in samenhang met dit bestemmingsplan een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen.
Resultaten overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Gelet op de technische aard van dit bestemmingsplan is besloten om de vooroverlegfase en de voorontwerpfase over te slaan. De verwachting is namelijk dat het plan geen aanleiding geeft tot het indienen van zienswijzen. Eventuele zienswijzen kunnen alsnog worden ingediend tijdens de ontwerpfase van het plan, waarop ook de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afd. 3.4 Awb) van toepassing is.
Zienswijzen
Het bestemmingsplan heeft vanaf 10 december 2020 gedurende zes weken als ontwerp ter inzage gelegen. Tijdens deze periode heeft een ieder de mogelijkheid gehad om zienswijzen tegen het plan in te dienen. Naar aanleiding hiervan zijn geen zienswijzen ontvangen.
Beroep
De vaststelling van het bestemmingsplan is op de in artikel 3.8, derde lid van de Wro voorgeschreven wijze bekend gemaakt. Belanghebbenden kunnen binnen de wettelijke beroepstermijn tegen het besluit tot vaststellen van het bestemmingsplan beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.