direct naar inhoud van Artikel 11 Waarde - Archeologie
Plan: Schieveste
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0008-0001

Artikel 11 Waarde - Archeologie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

11.2 Bouwregels

In het belang van de archeologische monumentenzorg mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvallende bestemming(en):

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 1' geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd die dieper reiken dan 2 m beneden het maaiveld;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 2' geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 2 m beneden het maaiveld;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 3' geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 100 m² en die dieper reiken dan 2 m beneden het maaiveld;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 4' geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 20  m² en die dieper reiken dan 3,5 m beneden het maaiveld;
  • e. het bepaalde onder a t/m d is niet van toepassing op de vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
11.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 11.2 voor bouwwerken, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvalt.
  • b. Er kan slechts afgeweken worden van de bouwregels indien op basis van een archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarden veilig te stellen.
  • c. Aan de afwijking van de bouwregels kunnen in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

11.4.1 Aanlegverbod
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte of hoogte dan 2 m, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 2. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
    • 3. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
    • 4. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
    • 5. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  • b. Het onder a bedoelde verbod geldt:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 1' voor werken en werkzaamheden die dieper reiken dan 2 m beneden het maaiveld;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 2' voor werken en werkzaamheden waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 2 m beneden het maaiveld;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 3' voor werken en werkzaamheden waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 100 m² en die dieper reiken dan 2 m beneden het maaiveld;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 4' voor werken en werkzaamheden waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 3,5 m beneden het maaiveld.

11.4.2 Uitzonderingen

Het verbod van lid 11.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. in bestaande weg- en leidingcunetten plaatsvinden;
  • b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij welke zijn toegelaten op grond van het bepaalde in artikel 11.2 of waarvoor op grond van het bepaalde in artikel 11.3 wordt afgeweken van het bestemmingsplan;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • d. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

11.4.3 Vergunning en voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, als bedoeld in lid 11.4.1, wordt verleend indien de aanvrager van de aanlegvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:

  • a. de aanvrager van de aanlegvergunning een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de aanlegvergunning voorwaarden te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
11.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie' te wijzigen door de betreffende bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:

  • a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.